maandag 21 januari 2013

Goethe en de Gekken van God en van Geld



Mijn opa, Hannes Huisman, was een Fries, twaalf broers waren er. Hij woonde in Zuid Limburg, in Eygelshoven om precies te zijn,  waar hij in de kolenmijnen werkte. Hij was een levenskunstenaar, een flierefluiter, hij hield van de natuur, schuwde een robbertje vechten niet en hij ging niet naar de kerk.
En…. hij had boeken in zijn huis. Boeken waarvan de pastoor tegen mijn oma zei: “Kind, die boeken zijn gevaarlijk, die zijn van de duivel, die moeten maar beter verbrand worden”.
Mijn oma maakte zich daar ongerust over en bad zich een ongeluk aan Ave Mariaatjes en Wees Gegroetjes. Want mijn opa,  die liet zich niets zeggen. Die ging op een kist staan voor het huis en droeg voor uit die boeken, hele stukken reciteerde hij uit zijn hoofd.  En daarna  kletste hij gezellig met de mensen over het leven en over de wereld of ging een eindje wandelen.

Die boeken, waarvan de pastoor vond dat ze van de duivel waren, waren boeken van Goethe en van Schiller.

Mijn opa, Hannes Huisman, werd al voor het uitbreken van de 2e wereldoorlog, opgepakt omdat hij een NSB burgemeester een optater verkocht en ook vanwege zijn communistische sympathieën. Meer dan 5 jaar van zijn leven zat hij in de ergste concentratiekampen ter wereld ooit.
Toen hij eruit kwam heeft hij er nooit een woord over willen zeggen. Hij was een gebroken man en kon niet meer slapen. Maar hij deed niet mee aan vergelding van verraders of aan wraakacties. Hij heeft ook nooit gezegd dat ze opgehangen moesten worden of gelyncht.
Met de pastoor kon hij bij wijze van spreken nog een borreltje drinken .

Hij heeft heel veel mensen gered in de kampen met zijn optimisme, zijn originele wijsheid en met de gedichten van Goethe en Schiller.

                                                  ****************************


Sedou, onze gardien van Here Bugu,  vraagt steeds maar om een geweer om ons te verdedigen tegen bandieten en tegen de Gekken van God, les Foux de Dieu, zoals hij de Jihadisten noemt. Baba en ik willen dat niet. Maar we begrijpen wel dat hij iets in handen moet hebben om zich niet zo verloren te voelen bij zijn nachtelijke rondgangen.

Vorige maand, toen ik incognito op Kerstbezoek was in Nederland, keek ik op een avond met de kinderen naar de allernieuwste James Bond film.
Toen ik na de film in bed naar het plafond lag te staren voelde ik de spanning in mijn hele lijf door mijn spieren trekken en ik dacht ineens: “ik laat me toch verdomme niet van Here Bugu afknallen, ik moet een goed pistool hebben en op schietles en als ze komen knal ik ze  één voor één voor hun kop, ik sleur ze aan hun baard door de stekels, ik sabel hun pik eraf ……. “. 
De meeste mensen die ik ken hebben waarschijnlijk nooit zulke gedachten. Ik schrok me dood. Zo dichtbij ligt het. Het wilde dier zit niet zo ver weg onder het laagje beschaving.
Zou mijn opa ooit zulke dingen gedacht hebben? Nelson Mandela? Thich Nath Han, de Dala Lama? 

Voor Sedou koop ik een professionele led zaklamp zoals die in Nederland ook door de politie gebruikt wordt. 150 meter helder zicht en je bent verblind als je erin kijkt. Hij is er heel blij mee en onze Peulen, de buren, ook.

                                                     *****************************

In Mali is het nu oorlog. Het is al negen maanden aan de gang. Maar nu zijn de Fransen gekomen met hun spectaculaire wapens, en goed getrainde militairen.
De meeste spullen die ze hebben heeft de gemiddelde Malinese militair nog nooit van zijn leven gezien. Die heeft niet eens zo’n zaklamp als Sedou nu heeft.
Velen die ik gezien heb hebben slechts  een deel van een pak, vaak een rammelende maag en een paar oude gympen. Toen de vijand kwam moesten ze het op een lopen zetten. 
Maar de meesten hebben wel een kalasjnikov en daarmee kun je aan de bevolking goed laten zien hoe sterk je bent en zeker geen doetje die je voor de gek kunt houden. Het is een goede actie en nodig om de bevolking door te kammen op infiltranten, mar gaat het goed, dat is de vraag. Van deur tot deur gaan ze in Mopti. De putten bij het kerkhof liggen al vol lijken.
Als het Noorden bevrijd is dan gaan de Malinese militairen daarnaar toe. En daar zullen ze de bevolking ook doorkammen. Veel Peulen en Touareg, schuldig en onschuldig, zullen gewogen en te licht bevonden worden. Allemaal in de put.

Achter de Franse militairen komen de journalisten aan, vliegtuigen vol. Die rijden nu door het land. Voor life verslagen van mensen die het echt zelf hebben meegemaakt en achtergrondinformatie. De Malinese militairen laten ze nog niet voorbij Samabugu, 25 km voor Sevare,  komen. Ik denk dat ze niet graag pottenkijkers willen hebben bij hun werk met de bevolking.

Ik hoop dat ze blijven de journalisten, dat ze blijven kijken en niet wegrennen naar de volgende nieuwsplek waar ook ter wereld. Ik hoop dat ze blijven en dat de mensen durven te vertellen wat er gebeurt. Ik hoop dat er goede militairen zijn die durven te praten over wat ze meemaken in hun kamp. Ik hoop dat die journalisten tijd hebben en niet de hele tijd de vragen stellen van het antwoord dat ze al kennen, maar dat ze naast de mensen gaan zitten, en luisteren en verbazen,
en dat ze dan iets te horen krijgen hoe het is om te leven in zo’n armoede en met zoveel angst en met zo weinig eten terwijl je toch 5 keer per dag bid. Maar dat er allemaal corruptie is van mensen die vroeger bij je familie hoorden maar die nu ineens in grote autoos rijden, die leven als de blanken en die de rijst verkopen die eigenlijk als hulp voor jou bedoeld was. Dat je elke avond op televisie kijkt naar allemaal mensen die in het paradijs leven en alles hebben, soaps of feuilletons heten dat. Dat je kinderen alleen nog maar hard op een brommer willen rijden en niet meer geloven in de traditie van het respect. Dat als je genoeg gespaard hebt je kinderen naar school toe kunnen maar dat ze dan thuiskomen  en er geen werk voor ze is en ze ook niet meer op het land willen werken. Kortom dat ze niet meer weten hoe het verder moet.
Ik hoop dat de journalisten naar hun verhalen luisteren.

En in het Noorden hoe moet het nu verder in het noorden.
Binnenkort zullen zij  voorlopig wel gevlucht zijn,  de Gekken van God in het Noorden en hun broers, de Gekken van het Geld, de  drugshandel, wapenhandel, mensenhandel, die er hetzelfde uitzien, en die net zoals onze pastoors, ook roepen dat ze het in naam van God doen,

Maar wie blijft er achter en wat gebeurt er met de mensen als de malinese militairen komen om de bevolking te beschermen? Fatimata en haar man, die gestenigd werden omdat ze niet getrouwd waren maar daarna door diezelfde Gekken van God verzorgd werden in het ziekenhuis, een bedrag in handen kregen wat ze nog nooit bij elkaar hadden gezien en een huis.
Of Daouda die zijn hand werd afgehakt maar er een bedrag en een brommen voor terug kreeg. En al die mensen die dagelijks geld kregen van die Gekken  waar ze hun familie mee konden voeden. Wat gaat er met hun gebeuren?

Ik hoop zo dat de journalisten blijven en dat ze blijven kijken en blijven luisteren.
En dat ze niet de vragen stellen waarvan ze de antwoorden al weten.

Ik hoop zo dat ze blijven en proberen te luisteren en te begrijpen wat er gebeurt. 

Want die Gekken, daar komen we niet vanaf, we kunnen ze niet uitroeien als we niet weten wie het zijn.

Die Gekken, de gekken van God en van Geld dat zijn wij zelf ook een beetje.
Gooi er nog een bom op, uitroeien allemaal, quantanamo bay, behoud van onze koopkracht, wapenwet,
de wereld vergaat in 2012, nee gelukkig toch niet we kunnen weer met vakantie, toch maar een nieuwe auto, het vaticaan met een groot aandeel in de wapenindustrie,  .........................  waar moet je beginnen ??????????????


Begin bij Goethe zou Johannes zeggen, mijn opa,   begin bij Goethe

"De kunst is de bemiddelaar van het onzegbare..................... "

Mali, het land van muziek komt in actie nu tegen het kwaad
Op hun manier, met hun wapen :de  muziek
zie de link http://bridgesfrombamako.com/2013/01/21/united-voices-of-mali/

en voor de liefhebber een gedicht van Goethe dat ik vaak voorgedragen heb en dat ons allemaal tot steun kan zijn

Eins und alles

Im Grenzenlosen sich zu finden,
Wird gern der einzelne verschwinden,
Da löst sich aller Überdruß;
Statt heißem Wünschen, wildem Wollen,
Statt lästigem Fordern, strengem Sollen
Sich aufzugeben ist Genuß.

Weltseele, komm, uns zu durchdringen!
Dann mit dem Weltgeist selbst zu ringen,
Wird unsrer Kräfte Hochberuf.
Teilnehmend führen gute Geister,
Gelinde leitend höchste Meister
Zu dem, der alles schafft und schuf.

Und umzuschauen das Geschaffne,
Damit sichs nicht zum Starren waffne,
Wirkt ewiges, lebendiges Tun.
Und was nicht war, nun will es werden
Zu reinen Sonnen, farbigen Erden;
In keinem Falle darf es ruhn.

Es soll sich regen, schaffend handeln,
Erst sich gestalten, dann verwandeln;
Nur scheinbar stehts Momente still.
Das Ewige regt sich fort in allen:
Denn alles muß in Nichts zerfallen,
Wenn es im Sein beharren will.

Johann Wolfgang von Goethe